Het gebruik van gordijnen gaat heel ver terug in de geschiedenis. Uit opgravingen is gebleken dat zelfs de Grieken en Romeinen al gordijnen gebruikten in hun woning. Daar hingen ze alleen niet voor het raam, maar midden in de open ruimtes om het idee van kamers te creëren. Ook in de Middeleeuwen werden er gordijnen gebruikt. Daar werden ze met name gebruikt rond het bed. Mensen sliepen vaak met velen op een kamer en op deze manier hadden ze toch wat privacy.
Vanaf de zeventiende eeuw werden gordijnen gebruikt zoals we ze nu kennen; voor het raam. Vooral rijke mensen konden grotere huizen betalen met veel ramen. Om nieuwsgierige gluurders te voorkomen werden er gordijnen voor de ramen gehangen. Tegenwoordig zijn gordijnen gelukkig niet meer alleen voor de allerrijksten. Wel zijn ze een tijdje wat minder populair geweest. Door de komst van jaloezieën, lamellen en andere modernere raambekleding kregen klassieke overgordijnen een ouderwets karakter. Die trend begint nu om te slaan en gordijnen zijn nu weer mateloos populair.
Kant en klaar of op maat gemaakt
Ben jij van plan om gordijnen aan te schaffen? Dan is het belangrijk om van te voren te bedenken of je voor kant en klare gordijnen of gordijnen op maat gaat kiezen. Het voordeel van kant en klare gordijnen is dat ze meestal wat voordeliger zijn en ook zijn ze makkelijk te bevestigen. Er zitten al lussen of ringen aan en je hoeft ze alleen maar aan een gordijnroede te hangen. Nadeel is wel dat ze alleen in standaard maten te koop zijn en je soms nog aan de slag moet op de naaimachine om ze in te korten. Bij op maat gemaakte gordijnen ben je er zeker van dat ze perfect voor je raam passen. Ook vallen ze mooier door de manier waarop ze geplooid zijn. Je kan kiezen tussen een enkele plooi of een dubbele (ook wel de vlinderplooi genoemd). Hoe meer plooien er worden gebruikt hoe mooier ze vallen. Voor een dubbele plooi is wel meer stof nodig en daarom is dat de duurdere optie.
Welke dikte?
Gordijnen zijn onder te verdelen in drie verschillende diktes. Vitrage, inbetween en het klassieke overgordijn. De dunste soort is vitrage. Vitrage gordijnen worden ook wel glasgordijnen genoemd. Ze zijn gemaakt van een dunne stof en hebben eigenlijk alleen een sierfunctie. Een stapje dikker zijn de inbetween gordijnen. Inbetween betekent letterlijk er tussenin. Door deze gordijnen komt nog wel daglicht naar binnen, maar ze bieden ook privacy van buitenaf. De dikste soort zijn de klassieke overgordijnen. Afhankelijk van de dikte en samenstelling van de stof laten deze nog maar een beetje of bijna geen licht door. Wil je dat ze echt al het licht tegenhouden? Ga dan voor verduisterende gordijnen. Vooral ideaal in de slaapkamer.
Talloze kleuren en patronen
Het moeilijkste bij het kiezen voor de juiste gordijnen is misschien wel de kleur en soort stof. Er zijn ook zoveel mogelijkheden. Van klassiek tot modern. Van neutraal tot kakelbont. Het is belangrijk dat je een stofsoort en kleur kiest die past bij je smaak en interieur. Laat je vooral adviseren bij een goede speciaalzaak. Daar denken ze met je mee en zijn er vaak staaltjes te krijgen die je mee naar huis mag nemen zodat je rustig kan beslissen wat jouw keuze wordt.